Bible

Focus

On Your Ministry and Not Your Media

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

Zephaniah 1

:
Dutch - HTB2007
1 De HERE sprak tot Zefanja, de zoon van Kuschi, kleinzoon van Gedalja, achterkleinzoon van Amarja en achterachterkleinzoon van Hizkia. Zefanja ontving deze boodschap tijdens de regeringsperiode van koning Josia (de zoon van Amon) van Juda. (A)
2 "Ik zal alles volkomen van de aardbodem wegvagen", zegt de HERE.
3 "Mens en dier zullen verdwijnen, vogels en vissen zullen sterven. Ook de goddelozen en alle afgodsbeelden die zij aanbidden, zal Ik uitroeien", zegt de HERE.
4 "Ik zal Juda en Jeruzalem onder mijn vuist verbrijzelen en de Baälvereerders tot de laatste man uitroeien. Ik zal alle afgodendienaars en hun priesters om het leven brengen, zodat zelfs de herinnering aan hen zal vergaan."
5 Ook zij, die op hun platte daken klimmen en zich daar buigen voor de zon, de maan en de sterren. Zij, die zogenaamd de HERE volgen, maar tegelijkertijd Moloch vereren!
6 En zij, die vroeger de HERE vereerden, maar er nu niet meer van willen weten, en zij die Hem nooit hebben aanbeden en het ook niet wilden, zullen allen hetzelfde lot ondergaan.
7 Zwijg in de aanwezigheid van de Oppermachtige HERE. Want de dag van de HERE breekt al snel aan. Hij heeft voorbereidingen getroffen voor de grote slachting van Zijn volk en hen die dat zullen uitvoeren, al uitgekozen.
8 "Op die dag van de grote slachting", zegt de HERE, "zal Ik de leiders en de prinsen van Juda en alle anderen, die buitenlandse kleding dragen (B), straffen.
9 Ja, Ik zal iedereen straffen, die heidense gewoonten volgt en die door geweld en bedrog probeert de koning rijk te maken."
10 "In die tijd", zegt de HERE, "zal een luid geschreeuw opklinken uit de Vispoort in Jeruzalem en een gehuil zal opstijgen uit de nieuwe wijk en gekraak van de heuvels.
11 Ja, huil maar, inwoners van de Vijzelbuurt, want al uw zakenlieden en geldschieters zullen omkomen.
12 Ik zal Jeruzalems donkerste hoeken met een lamp doorzoeken om alle mannen op te sporen, die tevreden temidden van hun zonden leven en bij zichzelf denken: 'De HERE doet geen goed, maar ook geen kwaad'.
13 Hun rijkdommen zullen worden geplunderd en hun huizen verwoest. Zij zullen nooit de kans krijgen om te wonen in de nieuwe huizen, die zij hebben gebouwd. Zij zullen nooit drinken van de wijn uit de wijngaarden, die zij zelf hebben geplant."
14 De grote dag van de HERE breekt spoedig aan! Hij komt snel dichterbij; dan zullen heldhaftige mannen bittere tranen huilen.
15 Die dag is een dag van Gods toorn, een dag van wanhoop en angst, van vernieling en vernietiging, van donkerheid, wolken en dikke duisternis.
16 Op die dag zullen bazuingeschal en krijgsgeschreeuw weerklinken bij de aanval op de versterkte steden en hun hoge hoektorens.
17 Ik zal de mensen angst aanjagen, zodat zij als blinden ronddwalen, want zij hebben gezondigd tegen de HERE. Hun bloed zal rijkelijk vloeien en hun lijken zullen op straat vergaan.
18 Op die dag van de toorn van de HERE zullen zij niets hebben aan hun zilver en goud, want daarmee kunnen zij hun leven niet redden. God brandt van jaloezie en zal daardoor de hele aarde verteren. Hij treft voorbereidingen voor een algehele en verschrikkelijke vernietiging van de hele wereldbevolking.