Bible
Power Up
Your Services with User-Friendly Software
Try RisenMedia.io Today!
Click Here
Afrikaans
Albanian
Armenian
Belarusian
Bulgarian
Chinese (S)
Chinese (T)
Croatian
Czech
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Farsi
Finnish
French
German
Greek
Hebrew
Hindi
Hungarian
Italian
Japanese
Korean
Latin
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Nigerian
Norwegian
Polish
Portuguese
Romanian
Russian
Serbian
Spanish
Swedish
Tagalog
Ukrainian
Vietnamese
Zulu
BB
HSV
HTB
HTB2007
NBG
NLD1939
SVV
Jonah 2
Genesis
Exodus
Leviticus
Numbers
Deuteronomy
Joshua
Judges
Ruth
1 Samuel
2 Samuel
1 Kings
2 Kings
1 Chronicles
2 Chronicles
Ezra
Nehemiah
Esther
Job
Psalms
Proverbs
Ecclesiastes
Song of Solomon
Isaiah
Jeremiah
Lamentations
Ezekiel
Daniel
Hosea
Joel
Amos
Obadiah
Jonah
Micah
Nahum
Habakkuk
Zephaniah
Haggai
Zechariah
Malachi
Matthew
Mark
Luke
John
Acts
Romans
1 Corinthians
2 Corinthians
Galatians
Ephesians
Philippians
Colossians
1 Thessalonians
2 Thessalonians
1 Timothy
2 Timothy
Titus
Philemon
Hebrews
James
1 Peter
2 Peter
1 John
2 John
3 John
Jude
Revelation
:
1
2
3
4
Dutch - SVV
1
En
Jona
bad
tot
den
HEERE,
zijn
God,
uit
het
ingewand
van
den
vis.
2
En
hij
zeide:
Ik
riep
uit
mijn
benauwdheid
tot
den
HEERE,
en
Hij
antwoordde
mij;
uit
den
buik
des
grafs
schreide
ik,
en
Gij
hoordet
mijn
stem.
3
Want
Gij
hadt
mij
geworpen
in
de
diepte,
in
het
hart
der
zeeen,
en
de
stroom
omving
mij;
al
Uw
baren
en
Uw
golven
gingen
over
mij
henen.
4
En
ik
zeide:
Ik
ben
uitgestoten
van
voor
Uw
ogen;
nochtans
zal
ik
den
tempel
Uwer
heiligheid
weder
aanschouwen.
5
De
wateren
hadden
mij
omgeven
tot
de
ziel
toe,
de
afgrond
omving
mij;
het
wier
was
aan
mijn
hoofd
gebonden.
6
Ik
was
nedergedaald
tot
de
gronden
der
bergen;
de
grendelen
der
aarde
waren
om
mij
henen
in
eeuwigheid;
maar
Gij
hebt
mijn
leven
uit
het
verderf
opgevoerd,
o
HEERE,
mijn
God!
7
Als
mijn
ziel
in
mij
overstelpt
was,
dacht
ik
aan
den
HEERE,
en
mijn
gebed
kwam
tot
U,
in
den
tempel
Uwer
heiligheid.
8
Die
de
valse
ijdelheden
onderhouden,
verlaten
hunlieder
weldadigheid.
9
Maar
ik
zal
U
offeren
met
de
stem
der
dankzegging;
wat
ik
beloofd
heb,
zal
ik
betalen.
Het
heil
is
des
HEEREN.
10
De
HEERE
nu
sprak
tot
den
vis;
en
hij
spuwde
Jona
uit
op
het
droge.