Bible
Create
Inspiring Presentations Without Hassle
Try Risen Media.io Today!
Click Here
Afrikaans
Albanian
Armenian
Belarusian
Bulgarian
Chinese (S)
Chinese (T)
Croatian
Czech
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Farsi
Finnish
French
German
Greek
Hebrew
Hindi
Hungarian
Italian
Japanese
Korean
Latin
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Nigerian
Norwegian
Polish
Portuguese
Romanian
Russian
Serbian
Spanish
Swedish
Tagalog
Ukrainian
Vietnamese
Zulu
BB
HSV
HTB
HTB2007
NBG
NLD1939
SVV
Isaiah 20
Genesis
Exodus
Leviticus
Numbers
Deuteronomy
Joshua
Judges
Ruth
1 Samuel
2 Samuel
1 Kings
2 Kings
1 Chronicles
2 Chronicles
Ezra
Nehemiah
Esther
Job
Psalms
Proverbs
Ecclesiastes
Song of Solomon
Isaiah
Jeremiah
Lamentations
Ezekiel
Daniel
Hosea
Joel
Amos
Obadiah
Jonah
Micah
Nahum
Habakkuk
Zephaniah
Haggai
Zechariah
Malachi
Matthew
Mark
Luke
John
Acts
Romans
1 Corinthians
2 Corinthians
Galatians
Ephesians
Philippians
Colossians
1 Thessalonians
2 Thessalonians
1 Timothy
2 Timothy
Titus
Philemon
Hebrews
James
1 Peter
2 Peter
1 John
2 John
3 John
Jude
Revelation
:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
Dutch - NLD1939
1
In
het
jaar,
dat
de
Tartan
op
last
van
Sargon,
den
koning
van
Assjoer,
tegen
Asjdod
optrok,
het
belegerde
en
innam:
2
in
die
tijd
sprak
Jahweh
door
Isaias,
den
zoon
van
Amos:
Ga
heen,
maak
de
mantel
los
van
uw
lenden,
en
trek
de
schoenen
van
uw
voeten.
Hij
deed
het,
en
liep
ontkleed
en
barrevoets
rond.
3
En
Jahweh
sprak:
Zoals
Isaias,
mijn
dienaar,
rondloopt,
Ontkleed
en
barrevoets,
drie
jaren
lang,
Als
een
teken
en
zinnebeeld
Tegen
Egypte
en
Koesj:
4
Zo
voert
de
koning
van
Assjoer
Egypte’s
gevangenen
weg,
Met
de
ballingen
van
Koesj,
jong
en
oud;
Naakt
en
barrevoets,
het
achterste
ontbloot,
Tot
schande
van
Egypte!
5
Dan
zullen
ze
vol
angst
zich
schamen
Over
Koesj,
waarop
ze
vertrouwden,
En
over
Egypte,
waarmede
ze
pronkten.
6
En
die
deze
kusten
bewonen
zullen
zeggen:
Daar
hebt
ge
ze
nu,
op
wie
wij
vertrouwden,
Bij
wie
wij
een
toevlucht
hebben
gezocht,
Om
hulp
en
bescherming
tegen
den
koning
van
Assjoer!
Hoe
zullen
wij
zelf
dan
ontkomen!