Bible
Simplify
Your Church Tech & Streamline Your Worship
Try RisenMedia.io Today!
Click Here
Afrikaans
Albanian
Armenian
Belarusian
Bulgarian
Chinese (S)
Chinese (T)
Croatian
Czech
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Farsi
Finnish
French
German
Greek
Hebrew
Hindi
Hungarian
Italian
Japanese
Korean
Latin
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Nigerian
Norwegian
Polish
Portuguese
Romanian
Russian
Serbian
Spanish
Swedish
Tagalog
Ukrainian
Vietnamese
Zulu
BB
HSV
HTB
HTB2007
NBG
NLD1939
SVV
Psalms 76
Genesis
Exodus
Leviticus
Numbers
Deuteronomy
Joshua
Judges
Ruth
1 Samuel
2 Samuel
1 Kings
2 Kings
1 Chronicles
2 Chronicles
Ezra
Nehemiah
Esther
Job
Psalms
Proverbs
Ecclesiastes
Song of Solomon
Isaiah
Jeremiah
Lamentations
Ezekiel
Daniel
Hosea
Joel
Amos
Obadiah
Jonah
Micah
Nahum
Habakkuk
Zephaniah
Haggai
Zechariah
Malachi
Matthew
Mark
Luke
John
Acts
Romans
1 Corinthians
2 Corinthians
Galatians
Ephesians
Philippians
Colossians
1 Thessalonians
2 Thessalonians
1 Timothy
2 Timothy
Titus
Philemon
Hebrews
James
1 Peter
2 Peter
1 John
2 John
3 John
Jude
Revelation
:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Dutch - NBG
1
Voor
de
koorleider.
Bij
snarenspel.
Een
psalm
van
Asaf.
Een
lied.
2
God
is
bekend
in
Juda,
zijn
naam
is
groot
in
Israël;
3
in
Salem
was
immers
zijn
tent,
en
op
Sion
zijn
woning;
4
daar
verbrak
Hij
de
vurige
schichten
van
de
boog,
het
schild
en
het
zwaard
en
de
krijg.
sela
5
Schitterend
waart
Gij,
heerlijk,
van
het
roofgebergte
af;
6
de
trotsen
van
hart
werden
uitgeschud,
zij
verzonken
in
slaap;
niemand
van
de
dapperen
vond
zijn
kracht.
7
Voor
uw
dreigen,
o
God
van
Jakob,
verzonken
zo
wagens
als
paarden
in
diepe
slaap.
8
Gij,
geducht
zijt
Gij;
wie
kan
bestaan
voor
uw
aangezicht,
wanneer
uw
toorn
ontbrandt?
9
Uit
de
hemel
deedt
Gij
het
oordeel
horen,
de
aarde
vreesde
en
werd
stil,
10
toen
God
opstond
ten
gerichte
om
al
de
ootmoedigen
op
aarde
te
verlossen.
sela
11
Waarlijk,
de
grimmige
mensen
moeten
U
loven,
Gij
beteugelt
de
rest
der
grimmigen.
12
Doet
geloften
en
betaalt
ze
de
HERE,
uw
God;
allen
rondom
Hem
moeten
gaven
brengen
aan
de
Geduchte,
13
die
de
toorn
der
vorsten
verslaat,
die
voor
de
koningen
der
aarde
geducht
is.