Bible
Transform
Your Worship Experience with Great Ease
Try RisenMedia.io Today!
Click Here
Afrikaans
Albanian
Armenian
Belarusian
Bulgarian
Chinese (S)
Chinese (T)
Croatian
Czech
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Farsi
Finnish
French
German
Greek
Hebrew
Hindi
Hungarian
Italian
Japanese
Korean
Latin
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Nigerian
Norwegian
Polish
Portuguese
Romanian
Russian
Serbian
Spanish
Swedish
Tagalog
Ukrainian
Vietnamese
Zulu
BB
HSV
HTB
HTB2007
NBG
NLD1939
SVV
Psalms 137
Genesis
Exodus
Leviticus
Numbers
Deuteronomy
Joshua
Judges
Ruth
1 Samuel
2 Samuel
1 Kings
2 Kings
1 Chronicles
2 Chronicles
Ezra
Nehemiah
Esther
Job
Psalms
Proverbs
Ecclesiastes
Song of Solomon
Isaiah
Jeremiah
Lamentations
Ezekiel
Daniel
Hosea
Joel
Amos
Obadiah
Jonah
Micah
Nahum
Habakkuk
Zephaniah
Haggai
Zechariah
Malachi
Matthew
Mark
Luke
John
Acts
Romans
1 Corinthians
2 Corinthians
Galatians
Ephesians
Philippians
Colossians
1 Thessalonians
2 Thessalonians
1 Timothy
2 Timothy
Titus
Philemon
Hebrews
James
1 Peter
2 Peter
1 John
2 John
3 John
Jude
Revelation
:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Dutch - NBG
1
Aan
Babels
stromen,
daar
zaten
wij,
ook
weenden
wij,
als
wij
Sion
gedachten.
2
Aan
de
wilgen
aldaar
hingen
wij
onze
citers;
3
want
daar
begeerden
zij
die
ons
gevangen
hielden,
van
ons
een
lied,
en
zij
die
ons
mishandelden,
vreugdebetoon:
Zingt
ons
een
der
liederen
van
Sion.
4
Hoe
zouden
wij
des
HEREN
lied
zingen
op
vreemde
grond?
5
Indien
ik
u
vergete,
o
Jeruzalem,
zo
vergete
(mij)
mijn
rechterhand;
6
mijn
tong
kleve
aan
mijn
verhemelte,
als
ik
uwer
niet
gedenk,
als
ik
Jeruzalem
niet
verhef
boven
mijn
hoogste
vreugde.
7
Reken,
o
HERE,
de
kinderen
Edoms
de
dag
van
Jeruzalem
toe;
hun
die
zeiden:
Breekt
af,
breekt
af,
tot
op
de
grond
ermee!
8
Gij,
dochter
van
Babel,
ter
verwoesting
bestemde,
gelukkig
hij,
die
u
zal
vergelden
hetgeen
gij
ons
hebt
aangedaan;
9
gelukkig
hij,
die
uw
kinderen
zal
grijpen
en
tegen
de
rots
verpletteren.