Bible

Connect

With Your Congregation Like Never Before

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

Romans 8

:
Dutch - HTB2007
1 Het is duidelijk dat mensen die van Christus Jezus zijn, niet veroordeeld zullen worden.
2 Doordat u met Christus Jezus verbonden bent, geldt voor u de nieuwe wet: De wet van de Geest, de wet van het leven. U bent losgemaakt uit de wurgende greep van de zonde en bevrijd uit de macht van de dood.
3 Het was voor de wet niet mogelijk te bevrijden, omdat zij stukliep op de zwakheid van de menselijke natuur. Daarom heeft God Zijn eigen Zoon gestuurd, Die net als de zondige mensen, een menselijk lichaam had. Om ons te bevrijden van de zonde heeft Hij het oordeel van God op Zich genomen.
4 Nu wordt aan de eis van de wet voldaan, want wij doen niet meer onze eigen zin, maar laten ons leiden door de Heilige Geest.
5 Wie zijn eigen zin doet, denkt en leeft alleen op natuurlijk vlak. Maar wie zich door de Heilige Geest laat leiden, denkt en leeft geestelijk.
6 Het alleen maar doen van uw eigen zin leidt tenslotte tot de dood. Maar de kracht van de Heilige Geest brengt ons leven en vrede.
7 Onze eigen zin gaat recht in tegen de wil van God. Hij onderwerpt zich niet aan Gods wet en kan dat ook niet.
8 Mensen die alleen maar hun eigen zin doen, kunnen God dan ook niet tevreden stellen.
9 Met u is het anders. U doet niet meer uw eigen zin, maar laat u leiden door de Geest; tenminste als de Geest van God in u woont. Als u de Geest van Christus niet hebt, hoort u niet bij Hem.
10 Door de zonde is uw lichaam onderworpen aan de dood. Maar als Christus in u woont, is uw geest levend omdat God u als rechtvaardig beschouwt.
11 Als de Geest van God in u woont, heeft dat ook gevolgen voor uw lichaam. God heeft Jezus uit de dood opgewekt. Wel, doordat Zijn Geest in u woont, zal Hij ook uw sterfelijke lichaam levend maken.
12 Dus, broeders, zijn wij aan onze eigen zin niets meer verplicht. Wij hoeven er niet aan toe te geven.
13 Als u zich door uw eigen zin laat leiden, zult u sterven. Maar als u zich laat leiden door de Heilige Geest en uw eigen zin prijsgeeft, zult u leven.
14 Want allen die door de Geest van God geleid worden, zijn zonen van God.
15 Wij hoeven dus geen slaven van de angst meer te zijn. Nee, God heeft ons een andere geest gegeven. Wij zijn door Hem aangenomen als zonen. En doordat Zijn Geest in ons woont, roepen wij: "Abba! Vader!" (a)
16 Want in ons diepste wezen overtuigt Gods Geest ons ervan dat wij kinderen van God zijn.
17 En als wij Gods kinderen zijn, krijgen wij ook wat ons, als Zijn kinderen, toekomt. Wat God aan Zijn Zoon Jezus Christus geeft, zal Hij ons ook geven. Als wij hetzelfde lijden doormaken als Hij, zullen wij ook dezelfde heerlijkheid krijgen als Hij.
18 Maar wat voor lijden wij hier ook doormaken, het valt in het niet bij de schitterende heerlijkheid, die God ons straks zal laten zien.
19 De schepping ziet hunkerend uit naar het moment waarop zal blijken wie de zonen van God zijn.
20 De hele schepping is namelijk onderworpen aan dood en verval, hoewel niet uit eigen vrije wil. God heeft dat gedaan als gevolg van de zonde.
21 Maar er is hoop! Ook de schepping zal bevrijd worden uit de macht van dood en verval en dezelfde heerlijke vrijheid krijgen als de kinderen van God.
22 Wij weten dat de hele schepping in afwachting van dat grote moment nog altijd zucht en kreunt.
23 Dat geldt ook voor ons. Ook al hebben wij, als een voorproef van het nieuwe leven, de Heilige Geest ontvangen. Wij zuchten ook en hunkeren naar de dag dat ons lichaam zal worden verlost van ziekte en dood.
24 Deze verwachting is onze redding. Maar het is nog niet zover, anders zou het geen verwachting meer zijn. Iets wat er al is, hoef je immers niet meer te verwachten.
25 Maar zolang het er nog niet is, blijven wij het geduldig verwachten.
26 De Heilige Geest helpt ons hierbij, want wij zijn zo zwak. Wij weten niet eens hoe wij moeten bidden. Daarom behartigt de Heilige Geest onze belangen. Zo intens dat daarvoor geen woorden zijn.
27 En God, Die het diepste wezen van alle mensen onderzoekt, begrijpt wat de Geest bedoelt. Wat Hij voor de gelovigen vraagt, is in overeenstemming met Gods wil.
28 Eén ding weten wij: Voor wie Hem liefhebben laat God alles meewerken voor hun bestwil, want Hij heeft een plan met hen.
29 Hij heeft altijd geweten wie Hem zouden liefhebben. En Hij bepaalde ook dat die mensen Zijn Zoon zouden weerspiegelen. Want Hij wilde dat Zijn Zoon de eerste en belangrijkste van vele broers zou zijn.
30 Maar God heeft allen die daartoe bestemd waren, ook geroepen. En Hij heeft hen ook rechtvaardig gemaakt. Meer nog: Hij heeft hen ook in Zijn schitterende heerlijkheid opgenomen.
31 Wat kunnen wij hier nog over zeggen? Als God aan onze kant staat, wie zal dan tegen ons zijn?
32 God heeft immers Zijn eigen Zoon niet ontzien, maar Hem uitgeleverd terwille van ons allemaal. Zal Hij, nu Hij Zijn Zoon heeft gegeven, ons dan ook niet alles geven?
33 God heeft ons uitgekozen. Wie kan ons dan nog beschuldigen? God spreekt ons vrij van elke schuld.
34 Wie zou ons kunnen veroordelen? Christus Jezus is immers voor ons gestorven! Wat nog belangrijker is: Hij is uit de dood teruggekomen en zit aan de rechterhand van God, waar Hij onze belangen behartigt.
35 Wat kan ons ooit van de liefde van Christus scheiden? Onderdrukking? Nood? Vervolging? Honger? Ontbering? Gevaar? De dood?
36 Wij lezen in de Psalmen dat wij, omdat wij bij Hem horen, de hele dag de dood voor ogen hebben. Wij worden beschouwd als slachtschapen. (b)
37 Maar onder al die omstandigheden hebben wij, dank zij Hem Die zoveel van ons houdt, de overwinning!
38 Ik ben ervan overtuigd dat niets ons kan scheiden van Gods liefde, die in Christus tot uiting komt. De dood niet, het leven niet, engelen niet, regeringen niet, de dingen van vandaag niet, de dingen van morgen niet. Nee, er is geen enkele kracht die dat kan.
39 Hoe hoog we zijn gestegen of in welke diepte wij ons ook bevinden, niets in de hele schepping kan ons scheiden van Gods liefde, die ons gegeven is in Christus Jezus, onze Heer.