Bible

Simplify

Your Church Tech & Streamline Your Worship

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

Revelation 18

:
Dutch - HTB2007
1 Daarna zag ik een andere engel uit de hemel naar beneden komen. Hij had grote macht en de aarde werd door zijn glans verlicht.
2 Hij had een enorme stem en riep: "Gevallen! De grote stad Babylon is gevallen! Zij is een woonplaats geworden voor demonen en een gevangenis voor alle boze geesten. Binnen haar muren wonen alle vieze en lelijke vogels.
3 Want alle volken hebben van de wijn van haar woeste ontucht gedronken. De koningen van de aarde hebben ontucht met haar gepleegd en de zakenmensen van over de hele wereld zijn rijk geworden door haar grote welvaart."
4 Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen: "Ga uit die stad weg, mijn volk. Anders wordt u medeplichtig aan haar zonden en zullen u dezelfde rampen treffen als haar.
5 God is haar misdaden niet vergeten. Haar zonden hebben zich hemelhoog opgestapeld.
6 Zet haar dubbel en dwars betaald wat zij u heeft aangedaan. Giet een brouwsel in haar beker dat tweemaal zo sterk is als wat zij voor u heeft gebrouwen.
7 Zij heeft in luxe en overdaad geleefd. Geef haar er evenveel pijn en ellende voor terug. Zij zegt bij zichzelf: 'Ik zit hier als een koningin op een troon. Ik ben geen hulpeloze weduwe. Ik zal niet weten wat rouw en verdriet is.'
8 Omdat zij dat zegt, zal zij op één dag door allerlei rampen worden overvallen: Door honger, dood en ellende; en zij zal door het vuur verteerd worden. Dat is de straf die de Here, de sterke God, haar geeft.
9 Als de koningen van de aarde, die ontucht met haar hebben bedreven en van haar luxe hebben genoten, haar zien branden, zullen zij huilen en jammeren.
10 Vol afschuw over de pijniging die zij ondergaat, blijven zij van verre toekijken: 'Och, groot en machtig Babylon, wat erg dat u in één uur alle straf krijgt!'
11 Over de hele wereld zullen zakenmensen huilen en jammeren omdat er niemand meer over is om hun handelswaar te kopen.
12 Zij was hun grootste klant van goud en zilver, van edelstenen en parels, van fijn linnen, purper, zijde en scharlaken, van geurig hout, van ivoren en dure houten voorwerpen,
13 van brons, ijzer en marmer, van kaneel en andere specerijen, van parfums, zalven en wierook, van wijn en olie, van fijn meel en graan, van lastdieren en schapen, van paarden en wagens, en zelfs van slaven, levende mensen.
14 Al die lekkere en mooie dingen waar u zo naar verlangde, krijgt u niet. Al uw pracht en praal is u voorgoed afgenomen.
15 De zakenmensen die haar deze dingen verkochten en er rijk van werden, zullen huilen en jammeren. Zij zullen op een afstand blijven staan, vol afschuw over de pijniging die zij ondergaat.
16 'Och, grote stad!' zullen zij zeggen. 'Wat verschrikkelijk! Eerst was u gekleed in fijn linnen, purper en scharlaken en droeg u gouden sieraden, edelstenen en parels; een uur later was u al die schitterende rijkdom kwijt!'
17 Ook alle reders, stuurlui en matrozen, allen die op zee hun kost verdienen, stonden vanuit de verte te kijken naar de rook die uit de brandende stad opsteeg.
18 'Zo'n grote en machtige stad komt er nooit meer!' kermden zij.
19 Zij strooiden van verdriet stof op hun hoofd en huilden en jammerden: 'O, grote stad! Wat verschrikkelijk! Eerst maakte zij alle scheepseigenaren rijk door haar welvaart; nu ligt zij er binnen een uur ontredderd bij.'
20 Hemel, wees blij over haar ondergang! Kinderen van God, apostelen en profeten, verheug u! God heeft haar gestraft voor wat zij u heeft aangedaan."
21 Een sterke engel pakte een steen zo groot als een molensteen en gooide die in zee. "Zo zal de grote stad Babylon met één zwaai weggegooid worden", zei hij. "Zij zal voorgoed van de aardbodem worden weggevaagd.
22 Er zal geen muziek meer gehoord worden, ook niet van harp, fluit of bazuin. Er zullen geen ambachtslui meer werken en geen molen zal meer draaien.
23 's Nachts zal er geen lamp meer branden en van bruiloften zal geen sprake meer zijn. Dit alles staat haar te wachten, omdat haar zakenlui de machtigste ter wereld waren en omdat zij met haar tovenarij alle volken misleidde. Het bloed van de profeten en de gelovigen heeft in deze stad gevloeid.
24 Zij is schuldig aan het bloed van alle mensen, die op aarde zijn vermoord."