Bible

Power Up

Your Services with User-Friendly Software

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

Joshua 20

:
Dutch - HTB2007
1 De HERE zei tegen Jozua: "Zeg het volk Israël dat nu de vrijsteden moeten worden aangewezen, zoals Ik Mozes heb opgedragen. (a)
2 ***
3 Als een man iemand zonder opzet heeft gedood, kan hij naar één van deze steden vluchten en worden beschermd tegen de wraak van de familieleden.
4 Als de onschuldige dader één van deze steden weet te bereiken, moet hij naar het stadsbestuur gaan en uitleggen wat er is gebeurd. De bestuurders moeten hem binnenlaten en een verblijfplaats geven in hun stad.
5 Als een familielid van de dode komt om wraak te nemen, mogen zij de onschuldige dader niet aan hem uitleveren, omdat geen opzet in het spel was.
6 De man, die per ongeluk de dood veroorzaakte, moet in de stad blijven tot de rechters een uitspraak over hem hebben gedaan of tot de dood van de hogepriester die in funktie was toen het ongeluk gebeurde. Daarna is hij vrij om naar huis terug te gaan."
7 De steden die als vrijstad werden aangewezen, waren: Kedes in Galilea in de bergen van Naftali, Sichem in het bergland van Efraïm, Kirjath-Arba (ook wel Hebron genoemd) in het bergland van Juda.
8 De HERE gaf tevens de opdracht dat drie steden ten oosten van de Jordaan, tegenover Jericho, als vrijstad moesten worden aangewezen. Dat waren: Bezer, in de hooggelegen woestijn van het gebied van Ruben, Ramoth in Gilead in het gebied van Gad en Golan in Basan, in het gebied dat hoorde bij de stam van Manasse.
9 Deze vrijsteden waren zowel toegankelijk voor vreemdelingen, die in Israël woonden, als voor de Israëlieten zelf. Zo kon iemand die per ongeluk een ander had gedood, naar die plaats vluchten om te worden berecht in plaats van het slachtoffer te worden van wraak.