Bible

Create

Inspiring Presentations Without Hassle

Try Risen Media.io Today!

Click Here

Jeremiah 20

:
Dutch - HTB2007
1 Toen Pashur, de zoon van Immer, de dienstdoende priester in de tempel van de HERE, de profetie van Jeremia hoorde,
2 arresteerde hij hem. Hij liet hem geselen en sloot hem op in een blok in de Benjaminpoort, niet ver van de tempel.
3 Hij liet hem daar de hele nacht zitten. De volgende dag, toen Pashur hem vrijliet, zei Jeremia: "Pashur, de HERE heeft uw naam veranderd. Hij zegt dat u van nu af aan 'Man die in angst leeft' moet worden genoemd.
4 Want de HERE zal over u en uw vrienden angst laten komen en u zult hen zien sterven door het zwaard van hun vijand. Ik zal Juda uitleveren aan de koning van Babel, zegt de HERE, en hij zal de mensen als slaven wegvoeren naar Babel of hen doden met het zwaard.
5 Ik zal uw vijanden Jeruzalem laten plunderen. Alle waardevolle bezittingen van de stad, ook de kostbare juwelen en het goud en zilver van uw koningen zullen naar Babel worden meegenomen.
6 En u, Pashur, u en uw hele gezin zullen slaven worden in Babel en daar sterven; u en ook alle mensen tegen wie u loog, toen u profeteerde dat alles in orde zou komen."
7 Toen zei ik: "HERE, U overreedde mij toen U mij de opdracht gaf hun Uw boodschappen door te geven, omdat U sterker bent dan ik, maar nu ben ik het mikpunt van spot in deze stad.
8 U hebt mij nooit toegestaan een vriendelijk woord tot hen te richten; altijd ging het over rampen, verschrikkingen en verwoesting. Geen wonder dat zij mij om Uw woord bespotten en uitjouwen.
9 Maar ik kan niet meer terug! Want als ik zeg dat ik het nooit meer over de HERE zal hebben (nooit meer in Zijn naam zal spreken) dan wordt Zijn woord in mijn hart als een vuur, dat mijn botten pijnigt en dat kan ik niet uithouden.
10 Maar toch hoor ik van alle kanten gefluisterde dreigementen, die mij bang maken. 'Wij zullen u aanbrengen', zeggen zij. Zelfs zij die eens mijn vrienden waren, kijken scherp toe en wachten tot ik een fatale fout maak. 'Hij komt vanzelf ten val', zeggen zij, 'en dan zal onze wraak zoet zijn.'
11 Maar de HERE staat aan mijn zijde als een machtige strijder en voor Hem, de machtige en vreselijke, zullen zij struikelen. Zij kunnen mij niet verslaan; zij zullen worden beschaamd en vernederd en dat stempel blijven zij altijd dragen.
12 O HERE van de hemelse legers, Die de rechtvaardigen kent en de diepste gevoelens en gedachten onderzoekt, laat mij zien hoe U wraak op hen neemt. Want ik heb mijn zaak aan U voorgelegd.
13 Daarom zal ik mijn dankbaarheid voor de HERE uitzingen! Ik zal Hem prijzen! Hij heeft mij (arm en in nood) gered van mijn vervolgers.
14 Maar toch vervloek ik de dag waarop ik werd geboren!
15 Vervloekt zij de man die mijn vader het nieuws bracht dat hij een zoon had gekregen.
16 Laat die boodschapper worden vernietigd, net als de steden die de HERE in het verleden genadeloos omkeerde. Jaag hem de hele dag angst aan met oorlogskreten en jammerklachten,
17 omdat Hij mij niet doodde in de moederschoot, zodat dat mijn graf werd.
18 Waarom werd ik ooit geboren? Mijn leven bestaat uitsluitend uit ellende, zorgen en verdriet en in schande zal ik sterven."