Bible

Power Up

Your Services with User-Friendly Software

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

James 4

:
Dutch - HTB2007
1 Maar hoe komt het dan dat u altijd ruzie maakt en vecht? Omdat er slechte verlangens in u zijn, die u daartoe aanzetten.
2 U verlangt naar iets wat u niet hebt; u bent tot moord geneigd en jaloers en dat levert u niets op. U bent strijdlustig en oorlogszuchtig. Maar de enige reden dat u niet hebt wat u wilt, is omdat u God er niet om vraagt.
3 Of u bidt Hem er wel om, maar krijgt niets. Wel, dan hebt u het Hem op een verkeerde manier gevraagd. Als u Hem alleen iets voor uw eigen genoegen vraagt, geeft Hij het niet.
4 Bedriegers, weet u niet dat als u vriendschap met de wereld sluit, dit gelijk betekent dat u een vijand van God bent? Wie voor de wereld kiest, kiest God als zijn vijand.
5 Er staat niet voor niets in de Boeken: "God wil de geest die Hij in ons liet wonen, helemaal voor Zich alleen hebben." (A)
6 Maar Hij geeft ons steeds meer kracht om die slechte verlangens de baas te worden. In de Boeken staat het zo: "God is genadig voor de nederige mensen, maar Hij verzet Zich tegen hoogmoedigen." (B)
7 Onderwerp u dus aan God, maar verzet u tegen de duivel en hij zal van u wegvluchten.
8 Als u dichter bij God komt, komt God dichter bij u. Was uw handen, zondaars, u die op twee gedachten hinkt; laat uw hart zuiver voor God zijn.
9 Beklaag uzelf; huil en jammer van ellende. Het lachen moet u vergaan; uw blijdschap moet omslaan in verdriet.
10 Als u beseft dat u klein bent voor de Here, zal Hij u verheffen.
11 Spreek geen kwaad van elkaar, broeders, en veroordeel elkaar niet. Want als u dat doet, veroordeelt u de wet van God, die zegt dat wij elkaar moeten liefhebben. Het is niet aan u om uit te maken of die wet goed of slecht is. Wat u moet doen, is die wet gehoorzamen!
12 De enige die mag oordelen, is degene die ons de wet heeft gegeven. Hij kan ons redden of ons verloren laten gaan. Met welk recht veroordeelt u dan uw medemens?
13 Er zijn mensen onder u die zeggen: "Vandaag of morgen gaan we naar die en die stad om zaken te doen. Wij zullen er een jaar blijven en goed winst maken."
14 Hoe weet u wat er morgen met u zal gebeuren? Uw leven lijkt op een damp, die er nu is en straks weer verdwijnt.
15 U kunt beter zeggen: "Als de Here het wil, zullen wij leven en dit of dat doen."
16 Maar de manier waarop u nu praat, getuigt van zelfingenomenheid. Dat is niet goed.
17 Als u weet dat u iets moet doen maar het nalaat, zondigt u.