Bible

Elevate

Your Sunday Morning Worship Service

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

Habakkuk 1

:
Dutch - HTB2007
1 God gaf de profeet Habakuk een boodschap door.
2 HERE, hoelang moet ik nog om hulp roepen zonder dat U het hoort? Ik schreeuw: "Help! Geweld!", maar U doet niets.
3 Waarom laat U mij onrechtvaardige toestanden en ellende zien? Waar ik ook kijk, overal heersen onderdrukking, geweld, ruzie en onenigheid.
4 De wet verliest haar kracht en de rechtspraak is verziekt, want de goddelozen drijven de rechtvaardigen in het nauw en het recht wordt verdraaid.
5 De HERE antwoordt: "Kijk eens naar de volken en verbaas u! Want Ik ga tijdens uw leven iets doen wat u niet zou geloven als het werd verteld.
6 Ik ga een nieuwe wereldmacht ten tonele voeren, de Chaldeeën (A); een wreed, woest volk. Zij trekken de hele wereld door en veroveren andermans woonplaatsen.
7 Zij staan bekend als een afschrikwekkend, angstaanjagend volk. Eigenmachtig bepalen zij hun recht en hun roem.
8 Hun paarden zijn vlugger dan panters en lopen harder dan een wolf in de schemering. Hun ruiters komen aan in galop; zij komen uit verre landen toeschieten als een arend op zijn prooi.
9 Zij komen om geweld te plegen. Hun aanval is als een verzengende oostenwind. Zij verzamelen gevangenen alsof het zand is.
10 Zij drijven de spot met koningen en vorsten en lachen om elke vesting. Want de Chaldeeën gooien er gewoon aarde tegenaan en nemen haar in.
11 Als een wervelwind gaan zij verder en verdwijnen uit het gezicht; maar hun schuld is groot, want zij beweren dat zij hun kracht aan hun goden te danken hebben."
12 Och HERE, mijn heilige God, U die eeuwig leeft: Zou U met dit alles het plan hebben ons weg te vagen? Natuurlijk niet! HERE, onze rots, U besloot de Chaldeeën te laten opkomen om ons te straffen en terecht te wijzen vanwege onze zonden.
13 U, Die te reine ogen hebt om kwaad te zien en geen onrecht kunt verdragen, hoe kunt U die verraders toelaten? Waarom doet U niets wanneer die goddelozen ons, die beter zijn dan zij, vernietigen?
14 Zijn wij dan net als vissen die gevangen en gedood worden? Zijn wij dan als kruipende dieren die geen leider hebben om hen te verdedigen tegen de vijand?
15 Moeten wij aan hun haken worden opgevist of uit hun netten worden gehaald terwijl zij juichen over hun vangst?
16 Dan brengen zij offers aan hun netten en branden er wierook voor. "Dit zijn de goden waaraan wij onze vette buit en overvloedige maaltijd te danken hebben!" zeggen zij.
17 Mogen zij maar altijd zo doorgaan? Mogen zij voortdurend andere volken meedogenloos blijven vernietigen?