Bible

Engage

Your Congregation Like Never Before

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

1 Chronicles 20

:
Dutch - HTB2007
1 De volgende lente (dat was het jaargetijde, waarin oorlogen meestal begonnen) voerde Joab het Israëlitische leger aan bij succesvolle aanvallen op het land van de Ammonieten, dat hij compleet verwoestte. Ook belegerde en vernielde hij de stad Rabba. David was in Jeruzalem achtergebleven.
2 Toen hij op het strijdtoneel aankwam, nam hij het beeld van Rabba's oppergod Milkom (A) de kroon van het hoofd. Het was een gouden kroon, met een kostbare edelsteen en hij woog dertig kilo. Deze edelsteen diende voortaan als versiering van Davids eigen kroon. Hij nam bovendien een zeer grote buit uit de stad mee.
3 Hij dreef de inwoners de stad uit en deed met hen (B) zoals in die tijd de gewoonte was met overwonnen Ammonitische volken. Daarna keerden David en zijn leger terug naar Jeruzalem.
4 De volgende oorlog was gericht tegen de Filistijnen en werd uitgevochten bij Gezer. Sibbechai, een man uit Husath, doodde de reus Sippai en daarom gaven de Filistijnen zich over.
5 Tijdens een andere oorlog met de Filistijnen doodde Elhanan, de zoon van Jaïr, Lachmi, de broer van de reus Goliath; de steel van Lachmi's speer was net zo dik als de boom van een weefgetouw.
6 Gedurende de oorlog bij Gath was er een andere reus die Israël beledigde en uitdaagde. Deze had zes vingers aan elke hand en zes tenen aan elke voet (zijn vader was ook een reus). Maar Davids neef Jonathan, de zoon van zijn broer Simea, doodde hem.
7 ***
8 Deze reuzen waren nakomelingen van het bekende reuzengeslacht van de Refaïeten (C) uit Gath en werden gedood door David en zijn strijders.