Bible

Upgrade

Your Church Presentations in Minutes

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

Jeremiah 33

:
Dutch - HTB
1 Jeremia zat nog steeds gevangen, toen de Here hem daar deze tweede boodschap stuurde:
2 ‘De Here, die de schepper van hemel en aarde is en wiens naam Here is, zegt:
3 “Vraag Mij en Ik zal u enkele wonderlijke geheimen vertellen.
4 Want ook al is het paleis van de koning en huizen in de stad gesloopt voor materiaal om de muren te versterken tegen de aanvallen van de vijand,
5 toch zullen de Babyloniërs binnenkomen. Alle huizen van deze stad zullen vol liggen met de lijken van de mannen van wie ik besloten heb hen in mijn vreselijke toorn te vernietigen. Ik heb Mij afgekeerd van deze stad om haar goddeloosheid en zal geen medelijden tonen als zij om hulp schreeuwt.
6 Maar toch komt er een tijd dat Ik de schade die aan Jeruzalem is toegebracht, zal herstellen en haar weer welvaart en vrede zal geven.
7 Ik zal de steden van Juda en Israël weer opbouwen, de mensen weer terugbrengen en hun bezittingen herstellen.
8 Ik zal hen reinigen van alles wat zij tegen Mij hebben misdaan en al hun zonden vergeven.
9 Dan zal deze stad Mij de eer geven. Zij zal Mij vreugde geven en lofprijzing die alle volken op aarde kunnen horen! De volken van de wereld zullen het goede zien dat Ik voor mijn volk doe en zij zullen beven van angst en verbazing!”
12 De Here van de hemelse legers zegt: “In dit land dat totaal verwoest is en waar alle steden door mens en dier zijn verlaten, zullen in de weiden weer herders met hun kudden te zien zijn.
13 Zij zullen weer met hun kudden gezien worden bij de bergdorpen en steden ten oosten van de Filistijnse laagvlakte, bij alle steden van de Negev, in het land van Benjamin, in de omgeving van Jeruzalem en bij alle steden van Juda.”
14 Ja, de dag komt, zegt de Here, dat Ik voor Israël en Juda al het goede zal doen dat Ik hun heb beloofd.
15 In die dagen zal Ik David een rechtvaardige nakomeling geven, Hem op de troon zetten en Hij zal rechtvaardig regeren.
16 Dan zullen de inwoners van Juda en Jeruzalem gered worden en veilig wonen en hun leuze zal zijn: “De Here is onze gerechtigheid!”
17 Want de Here heeft verklaard dat altijd een erfgenaam van David op de troon van Israël zal zitten.
18 En er zullen altijd Levieten zijn om brandoffers, spijsoffers en geschenken aan de Here te offeren.’
19 Toen kreeg Jeremia de volgende boodschap van de Here:
22 En net als met de ontelbare sterren en het zand op de stranden, dat onmeetbaar is, zo zal het zijn met de nakomelingen van mijn dienaar David en van de Levieten die voor Mij dienstdoen.’
23 Opnieuw richtte de Here het woord tot Jeremia en Hij zei:
24 ‘Hebt u niet gehoord wat de mensen zeggen? Dat de Here Juda en Israël uitkoos en daarna weer verstootte! Zij spotten en zeggen dat Israël niet als een volk kan worden beschouwd.