Bible
Designed
For Churches, Made for Worship
Try RisenMedia.io Today!
Click Here
Afrikaans
Albanian
Armenian
Belarusian
Bulgarian
Chinese (S)
Chinese (T)
Croatian
Czech
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Farsi
Finnish
French
German
Greek
Hebrew
Hindi
Hungarian
Italian
Japanese
Korean
Latin
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Nigerian
Norwegian
Polish
Portuguese
Romanian
Russian
Serbian
Spanish
Swedish
Tagalog
Ukrainian
Vietnamese
Zulu
BB
HSV
HTB
HTB2007
NBG
NLD1939
SVV
Ezekiel 2
Genesis
Exodus
Leviticus
Numbers
Deuteronomy
Joshua
Judges
Ruth
1 Samuel
2 Samuel
1 Kings
2 Kings
1 Chronicles
2 Chronicles
Ezra
Nehemiah
Esther
Job
Psalms
Proverbs
Ecclesiastes
Song of Solomon
Isaiah
Jeremiah
Lamentations
Ezekiel
Daniel
Hosea
Joel
Amos
Obadiah
Jonah
Micah
Nahum
Habakkuk
Zephaniah
Haggai
Zechariah
Malachi
Matthew
Mark
Luke
John
Acts
Romans
1 Corinthians
2 Corinthians
Galatians
Ephesians
Philippians
Colossians
1 Thessalonians
2 Thessalonians
1 Timothy
2 Timothy
Titus
Philemon
Hebrews
James
1 Peter
2 Peter
1 John
2 John
3 John
Jude
Revelation
:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
Dutch - HTB
1
Hij
zei
tegen
mij:
‘Sta
op,
mensenzoon,
dan
zal
Ik
met
u
spreken.’
2
Terwijl
Hij
sprak,
kwam
de
Geest
in
mij
en
kon
ik
weer
rechtop
staan.
3
‘Mensenzoon,’
zei
Hij,
‘Ik
stuur
u
naar
de
Israëlieten,
naar
een
volk
dat
tegen
Mij
in
opstand
is
gekomen.
Zij
en
hun
voorouders
hebben
zich
tegen
Mij
verzet
tot
op
dit
moment.
4
Het
zijn
mensen
met
verharde
harten,
stijfkoppen.
Maar
Ik
stuur
u
om
hun
mijn
boodschappen
te
geven,
de
boodschappen
van
de
Oppermachtige
Here.
5
En
of
zij
nu
luisteren
of
niet—want
vergeet
niet
dat
het
rebellen
zijn—zij
zullen
in
elk
geval
weten
dat
zij
een
profeet
in
hun
midden
hebben
gehad.
6
En
u,
mensenzoon,
wees
niet
bang
voor
hen,
schrik
niet
terug
als
zij
dreigementen
uiten
die
als
schorpioenen
steken.
Laat
u
niet
ontmoedigen
door
hun
kwade
gezichten.
Want
vergeet
niet:
het
zijn
rebellen!
7
Laat
hun
weten
wat
Ik
te
zeggen
heb,
of
ze
nu
willen
luisteren
of
niet.
En
bedenk:
het
is
een
tegendraads
volk.
8
Luister,
mensenzoon,
naar
wat
Ik
tegen
u
zeg.
Word
niet
zelf
ook
opstandig,
zoals
zij.
Open
uw
mond
en
eet
wat
Ik
u
geef.’