Bible

Power Up

Your Services with User-Friendly Software

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

2 Samuel 4

:
Dutch - HTB
1 Het nieuws van Abners dood in Hebron bracht koning Isboseth in grote verwarring. Hij en zijn onderdanen waren verlamd door angst.
4 Er leefde ook nog een kleinzoon van koning Saul. Hij heette Mefiboseth en was een zoon van Jonathan. Op het moment van de slag bij Jizreël, waarin Saul en Jonathan sneuvelden, was deze Mefiboseth vijf jaar oud. Toen het nieuws over de nederlaag de hoofdstad bereikte, vluchtte de verzorgster met het kind, maar in haar haast viel zij en liet het kind vallen. Zo raakte Mefiboseth verlamd.
5 Rechab en Baëna kwamen op een middag bij het huis van koning Isboseth. Deze hield net een middagslaapje.
8 In Hebron aangekomen, lieten zij het hoofd aan David zien. ‘Kijk!’ zeiden zij. ‘Hier is het hoofd van Sauls zoon Isboseth, die probeerde u te doden. Vandaag heeft de Here u wraak gegeven op Saul en zijn hele familie!’
9 Maar David antwoordde: ‘Ik zweer bij de Here, die mij van mijn vijanden redde,
10 dat toen iemand mij vertelde: “Saul is dood,” en daarbij dacht dat hij mij goed nieuws bracht, ik hem heb gedood. Zo beloonde ik hem voor zijn “goede bericht”.
11 Dus wat moet ik dan wel doen met zulke goddeloze mannen, die een goede man doden die thuis op zijn bed ligt te slapen! Zou ik die niet zéker ter dood veroordelen?’
12 Daarom gaf David zijn mannen opdracht hen te doden. Dat deden zij onmiddellijk. Zij hakten hun handen en voeten af en hingen hun lichamen bij de vijver in Hebron. Isboseths hoofd begroeven zij in Abners graf in Hebron.