Bible

Focus

On Your Ministry and Not Your Media

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

1 Chronicles 6

:
Dutch - HTB
1 Hier volgen de namen van de zonen van Levi: Gersom, Kehat en Merari.
2 Kehats zonen waren Amram, Jishar, Hebron en Uzziël.
3 Amrams kinderen waren Aäron, Mozes en Mirjam. Aärons zonen waren Nadab, Abihu, Eleazar en Itamar.
16 Zoals hierboven aangegeven, waren Gersom, Kehat en Merari de zonen van Levi.
17 De zonen van Gersom waren Libni en Simi.
18 De zonen van Kehat waren Amram, Jishar, Hebron en Uzziël.
28 De gezinnen van de familie van Samuël werden geleid door Samuëls zonen: Joël, de oudste, en Abia, de tweede zoon.
31 Koning David wees deze mannen als koorleiders aan en liet koren vormen om God in de tabernakel te prijzen, nadat hij daar de ark een plaats had gegeven.
32 Totdat Salomo de tempel in Jeruzalem had gebouwd, gingen zij daar door met het leiden van de samenzang.
48 Hun familieleden, alle andere Levieten, waren belast met allerlei andere taken in de tabernakel.
49 Maar alleen Aäron en zijn nakomelingen waren priesters. Tot hun taken behoorde het offeren van brandoffers en reukwerk, alle werkzaamheden die te maken hadden met het binnenste heiligdom, het Heilige der Heiligen, voor de verzoening van Israël met de Here. Zij zorgden ervoor dat alle aanwijzingen die Gods dienaar Mozes had gegeven, werden opgevolgd.
54 Door middel van het lot werden aan de nakomelingen van Aäron die deel uitmaakten van de familie van Kehat,
55 de vrijstad Hebron in Juda met de weidegronden er omheen toegewezen.
60 Dertien andere steden met het omringende grasland, inclusief Geba, Alemeth en Anathoth, werden door de stam van Benjamin aan de priesters toegewezen.
61 Daarna werd er geloot om de verdeling van het land van de overgebleven nakomelingen van de familie van Kehat te regelen en zij kregen tien steden in het gebied van de stam van Manasse.
62 De gezinnen van de familie van Gersom kregen door middel van het lot dertien steden in het gebied van Basan van de stammen Issachar, Aser, Naftali en Manasse.
63 De gezinnen van de Merari-familie kregen op diezelfde manier twaalf steden van de stammen Ruben, Gad en Zebulon.
70 De volgende vrijsteden met het omringende grasland kwamen in handen van de gezinnen van de Kehatieten uit het bezit van de stam van Manasse: Aner en Bileam.
71 De vrijsteden met het omringende grasland die de stam van Manasse aan de gezinnen van de Gersom-familie gaf, waren: de vrijstad Golan in Basan en Astharoth.
72 De stam van Issachar gaf hun Kedes, Dobrath,
73 Ramot en Anem, met uiteraard de omringende weidegronden.
74 De stam van Aser gaf hun Masal, Abdon,
75 Hukok en Rechob, weer met het omringende grasland.
76 De stam van Naftali gaf hun Kedes in Galilea, Hammon en Kirjataïm met het bijbehorende grasland.
77 Van de stam van Zebulon kregen zij de steden Rimmono en Tabor.
80 De stam van Gad gaf hun ten slotte Ramot in Gilead, Machanaïm,
81 Chesbon en Jazer. Ook hier kregen zij de erbij behorende weidegronden bij.