Bible

Designed

For Churches, Made for Worship

Try RisenMedia.io Today!

Click Here

1 Chronicles 3

:
Dutch - HTB
1 Koning Davids oudste zoon was Amnon, die in Hebron ter wereld werd gebracht door zijn vrouw Ahinoam uit Jizreël. De tweede was Daniël, wiens moeder Abigaïl uit Karmel was.
2 De derde was Absalom, de zoon van zijn vrouw Maächa, die een dochter was van koning Talmai van Gesur. De vierde was Adonia, de zoon van zijn vrouw Haggith.
3 De vijfde was Sefatja, de zoon van zijn vrouw Abital. De zesde was Jithream, de zoon van zijn vrouw Egla.
4 Deze zes werden geboren in Hebron, waar koning David zevenenhalf jaar regeerde. Daarna verhuisde hij naar zijn hoofdstad Jeruzalem, waar hij nog eens drieëndertig jaar regeerde.
5 Tijdens zijn verblijf in Jeruzalem bracht zijn vrouw Bathséba, de dochter van Ammiël, haar zonen Simea, Sobab, Nathan en Salomo ter wereld.
9 In deze lijst zijn de zonen van zijn bijvrouwen niet opgenomen. David had ook nog een dochter, Tamar.
15 De zonen van Josia waren: Johanan, de oudste, Jojakim, Zedekia en Sallum.
16 De zonen van Jojakim waren Jechonja en Zedekia.
21 Hananjaʼs zoon was Pelatja, Pelatjaʼs zoon was Jesaja,
22 Jesajaʼs zoon was Refaja, Refajaʼs zoon was Arnan, Arnans zoon was Obadja, Obadjaʼs zoon was Sechanja, Sechanjaʼs zoon was Semaja. Semaja had zes zonen, onder wie Hattus, Jigal, Bariah, Nearja en Safat.
23 Nearja had drie zonen: Eljoënai, Hizkia en Azrikam.
24 Eljoënaiʼs zeven zonen waren Hodajeva, Eljasib, Pelaja, Akkub, Johanan, Delaja en Anani.