Bible
Create
Inspiring Presentations Without Hassle
Try Risen Media.io Today!
Click Here
Afrikaans
Albanian
Armenian
Belarusian
Bulgarian
Chinese (S)
Chinese (T)
Croatian
Czech
Danish
Dutch
English
Esperanto
Estonian
Farsi
Finnish
French
German
Greek
Hebrew
Hindi
Hungarian
Italian
Japanese
Korean
Latin
Latvian
Lithuanian
Macedonian
Nigerian
Norwegian
Polish
Portuguese
Romanian
Russian
Serbian
Spanish
Swedish
Tagalog
Ukrainian
Vietnamese
Zulu
BB
HSV
HTB
HTB2007
NBG
NLD1939
SVV
1 Chronicles 20
Genesis
Exodus
Leviticus
Numbers
Deuteronomy
Joshua
Judges
Ruth
1 Samuel
2 Samuel
1 Kings
2 Kings
1 Chronicles
2 Chronicles
Ezra
Nehemiah
Esther
Job
Psalms
Proverbs
Ecclesiastes
Song of Solomon
Isaiah
Jeremiah
Lamentations
Ezekiel
Daniel
Hosea
Joel
Amos
Obadiah
Jonah
Micah
Nahum
Habakkuk
Zephaniah
Haggai
Zechariah
Malachi
Matthew
Mark
Luke
John
Acts
Romans
1 Corinthians
2 Corinthians
Galatians
Ephesians
Philippians
Colossians
1 Thessalonians
2 Thessalonians
1 Timothy
2 Timothy
Titus
Philemon
Hebrews
James
1 Peter
2 Peter
1 John
2 John
3 John
Jude
Revelation
:
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
Dutch - HTB
1
De
volgende
lente,
het
jaargetijde
waarin
koningen
gewoonlijk
ten
strijde
trekken,
voerde
Joab
het
Israëlitische
leger
aan
bij
succesvolle
aanvallen
op
het
land
van
de
Ammonieten,
dat
hij
compleet
verwoestte.
Ook
belegerde
en
vernielde
hij
de
stad
Rabba.
David
was
in
Jeruzalem
achtergebleven.
2
Toen
hij
op
het
strijdtoneel
aankwam,
nam
hij
het
beeld
van
Rabbaʼs
oppergod
Milkom
de
kroon
van
het
hoofd.
Het
was
een
gouden
kroon,
met
een
kostbare
edelsteen
en
hij
woog
dertig
kilo.
Deze
edelsteen
diende
voortaan
als
versiering
van
Davids
eigen
kroon.
Hij
nam
bovendien
een
zeer
grote
buit
uit
de
stad
mee.
3
Hij
dreef
de
inwoners
de
stad
uit
en
zette
hen
met
zagen,
houwelen
en
bijlen
aan
het
werk.
Hetzelfde
deed
hij
met
de
andere
Ammonitische
steden.
Daarna
keerden
David
en
zijn
leger
terug
naar
Jeruzalem.
4
De
volgende
oorlog
was
gericht
tegen
de
Filistijnen
en
werd
uitgevochten
bij
Gezer.
Sibbechai,
een
man
uit
Husath,
doodde
de
reus
Sippai
en
daarom
gaven
de
Filistijnen
zich
over.
5
Tijdens
een
andere
oorlog
met
de
Filistijnen
doodde
Elhanan,
de
zoon
van
Jaïr,
Lachmi,
de
broer
van
de
reus
Goliath,
de
steel
van
Lachmiʼs
speer
was
zo
dik
als
de
boom
van
een
weefgetouw.
8
Deze
reuzen
waren
nakomelingen
van
het
bekende
reuzengeslacht
van
de
Refaïeten
uit
Gath
en
werden
gedood
door
David
en
zijn
strijders.